De begeleiding van de kinderen is erop gericht ze weer vertrouwen te geven. Ze weer te laten lachen in een omgeving, waar ze zich thuis voelen. Daarnaast biedt het Centrum kansen tot ontwikkeling door diverse programma’s aan te bieden, die passen bij de leeftijd van de kinderen. Zo zijn er lessen in handwerk, houtbewerking of muziek, maar ook behoren bijscholing en computercursussen tot de mogelijkheden. Door een groot deel van de activiteiten gezamenlijk te verrichten, worden sociale vaardigheden geoefend en morele waarden uitgedragen. Zo ontstaat er een ware, hechte en actieve groep, die erop gericht is, hun eigen steentje bij te dragen met het doel tot eigen redzaamheid te komen. Dit komt ten goede van het Centrum in de vorm van lucratieve acties en campagnes bij feesten op uitnodiging tegen spontane vergoeding.
Het mooiste voorbeeld vormen wellicht de tio’s en tia’s (leid(st)ers) van het Centrum. Velen van hen hebben als kind het Centrum bezocht en dragen de kennis en hartelijkheid, die zij er zelf hebben ervaren, over op de huidige generatie kinderen. Hieronder is een brief van eén van hen, Tio Claudinei, aan Henk Helsloot geplaatst:
“In het jaar 1989 was het mijn moeder, die me inschreef op het sociaal centrum, ‘n groots opgezet centrum voor kinderen en minderjarigen. Gedurende vele jaren bezocht ik “padre Henrique”, de naam waaronder het complex algemeen bekend is geworden. Ik heb hier veel geleerd. We kregen er goede voeding en konden kiezen uit veel activiteiten zoals meubelmaken, machineschrijven, tuinieren, weven en breien. Er werden ook bijlessen gegeven, aanvullend op de school die we bezochten, je kon sporten of handenarbeid doen en genoten tegelijk medische en tandheelkundige verzorging. Ik kan niet anders zeggen dan dat deze ervaringen een bijzonder positieve invloed op mij hebben gehad.
Wat op mij de grootste indruk maakte waren de hartelijkheid, de aandacht en het respect voor ons van de kant van de leiders, de geweldige steun en begeleiding, die intenser was dan die van de meeste van onze ouders. Nu ben ik 22 jaar en ben ik zelf leider op het centrum en probeer die hartelijkheid en sympathie over te dragen op de huidige kleine bezoek(st)ertjes van het “centro de assistênçia social”, voor wie ik me nu verantwoordelijk voel, omdat ik weet, dat het geven van het voorbeeld van hoe men binnen een gemeenschap dient te leven van de grootste waarde voor hen is. Om met elkaar een ware familie te zijn, waarbinnen God Zijn plaats heeft en waarbij de één de ander weet te respecteren en om daardoor samen de weg te vinden naar een betere wereld.
Op dit moment is het centrum nóg groter geworden. Er zijn al veel meer dan 500 kinderen en 42 functionarissen en ik heb van nabij de ontwikkeling mogen meemaken van handvaardigheid zoals metselen, electrotechniek naar computercursussen en muziek en ballet. Er wordt steeds gezocht naar nieuwe mogelijkheden, die het kind ook in de maatschappij een toekomst zullen kunnen bieden. Hier hoop ik nog lange tijd te kunnen blijven werken om aan deze kinderen, die zoveel tekort komen, datgene te geven, dat van mij gemaakt heeft wat ik nu heb en ben.
Ik dank God voor het bestaan van dit centrum, want ik zie dagelijks hoe wij bevoorrecht zijn met dit paradijsje in onze gemeente, waar bijna alles ontbreekt. Het is echt een zegen van God, Vader van deze kinderen, die op Zijn manier laat zien, hoe geliefd zij bij Hem zijn.
Wij weten ook, dat wat hier al zo lang gebeurt voor het grootste deel mogelijk gemaakt wordt door de steun van vrienden van de andere kant van de oceaan, die zich vanuit een groot gevoel voor rechtvaardigheid en vooral ook kinderliefde verantwoordelijk willen houden voor het welzijn van ‘onze kleintjes’. Aan u allen, lieve vrienden, wil ik onze blijvende dank overbrengen en toewensen, dat de Heer van ons en van u datgene aan u zal geven, wat u nodig hebt: een goede gezondheid, liefde en warmte in uw gezin.”
Tio Claudinei.