PETI is het programma dat de opvang van zwerfkinderen verzorgt. Kinderen waarvan de ouder(s) zelf geen onderwijs hebben genoten en geen inkomen hebben, waardoor de kinderen gedwongen zijn te bedelen of te werken.
De Staat heeft, met de Gemeente als opdrachtgever, het Centrum opgedragen deze kinderen halve dagen op het Centrum op te vangen. De 83 kinderen in de leeftijd van 7 tot 14 jaar komen dagelijks in twee groepen, de ene groep in de ochtend, de andere in de middag. De andere helft van de dag gaan ze naar school. De ouders ontvangen 10 euro vergoeding per week en verplichten zich daarmee hun kinderen naar school te sturen. Indien de kinderen niet komen, wordt de uitkering ingetrokken. Het Centrum controleert dit en geeft dit aan de Gemeente door.
Het programma voor deze kinderen op het Centrum, heeft tot doel de kinderen te ondersteunen bij hun opleiding en voor te bereiden op hun beroepskeuze, hiermee bij te dragen aan hun algemene ontwikkeling. De activiteiten omvatten onder meer: ondersteuning van de scholing (onder begeleiding van een onderwijzer, die door de gemeente beschikbaar is gesteld), computeronderwijs en creatieve vakken. Ook verzorgen de kinderen een groentetuin en is er zelfs een voetbalschooltje. Middels een roulatiesysteem helpen de kinderen met schoonmaken en leren zo hun omgeving verzorgd te houden. Tegelijkertijd is er aandacht voor persoonlijke hygiëne.
Waar dit programma toe kan leiden wordt op bijzondere wijze geïllustreerd door een toespraak van een jongen te citeren, die zojuist zijn derde diploma metselen had behaald:
“(…) Ik was een nul, totdat ik de moed had om me in te schrijven voor de eerste cursus. Ik had al de hoop opgegeven dat mijn situatie en die van ons gezin ooit zou verbeteren. Werkte van 6 uur ‘s morgens tot 6 uur ‘s avonds en op het eind van de maand ontving ik 150 reais (ca. € 75). Altijd was er een tekort behalve aan narigheid en spanningen. Nu kan ik zeggen, dat dankzij deze cursussen en diploma’s mijn werk gewaardeerd wordt. Ik verdien driemaal zoveel, werk in vaste dienst en word alom als volwaardig mens behandeld. Dit heb ik volledig te danken aan het Centrum en indirect aan alle mensen in Holland en Brazilië die het Centrum door jaren heen een warm hart toedragen.”
Beste vrienden, u móet haast het applaus, dat hierop volgde, gehoord hebben, zélfs in Nederland.